-
1 stand over
toezicht houden op gedragstand over————————stand over -
2 garder
garder [gaardee]1 houden ⇒ aan-, be-, over-, vasthouden, bewaren, voor zich houden2 bewaken ⇒ toezicht houden op, passen op3 (blijven) houden ⇒ in een bepaalde houding blijven, blijven hebben, bewaren4 in acht nemen ⇒ nakomen, naleven♦voorbeelden:garder qn. à dîner • iemand vragen te blijven etendonner à garder • in bewaring gevengarder le lit • het bed houdengarder le pli • in de plooi blijvengarder le sourire • blijven glimlachenil gardait les yeux baissés • hij bleef naar de grond staren5 (que) Dieu m'en garde! • God beware me!♦voorbeelden:1 je m'en garderai bien! • daar kijk ik wel voor uit!il faut se garder de jugements hâtifs • men moet niet te snel oordelenv1) bewaken, toezicht houden (op)2) (aan-, be-, over-, vast) houden3) blijven houden, bewaren4) nakomen -
3 surveiller
surveiller [suurvejjee]1 toezicht houden op ⇒ letten op, 't oog houden op♦voorbeelden:surveiller de près • scherp in 't oog houdenv2) letten (op)3) bewaken4) surveilleren -
4 oversee
-
5 superintend
v. het toezicht hebben/houden over, controleren[ soe:pərintend]1 toezicht houden/hebben (op) ⇒ controleren, toezien (op) -
6 stand
n. standaard, voet, stel; tribune; plaats; plaats voor taxi's--------v. staan; doen staan; opstaan; aanleunen; erop staan; leed dragen; waarderenstand1[ stænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 plaats ⇒ positie, post4 stander ⇒ statief, standaard♦voorbeelden:————————stand22 zich bevinden ⇒ staan, liggen6 zijn ⇒ (ervoor) staan, zich in een bepaalde situatie bevinden♦voorbeelden:as I stand here • zowaar ik hier sta4 stand and deliver! • je geld of je leven!he stands at nothing • hij staat nergens voorstand at thirty degrees • op dertig graden staanas it stands • momenteel, zoals het nu isknow where he stands • weten waar hij aan toe isstand to lose something • waarschijnlijk/zeker iets zullen verliezenstand aloof • zich op een afstand houdenstand apart • zich afzijdig houdenstand easy! • op de plaats rust!stand well with someone • met iemand op goede voet staanstand in (for someone) • (iemand) vervangenstand on • aandringen opstand on ceremony • aan plichtplegingen hechtenstand over • toezicht houden opstand upon • staan op→ stand aside stand aside/, stand back stand back/, stand by stand by/, stand down stand down/, stand for stand for/, stand off stand off/, stand out stand out/, stand up stand up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
7 contrôler
contrôler [kõtroolee]1 controleren ⇒ nagaan, toetsen, toezicht houden op, (na)checken2 beheersen ⇒ in zijn macht hebben, onder zijn gezag, leiding hebben♦voorbeelden:1. v1) controleren, nagaan, toetsen2) beheersen, leiding hebben3) waarmerken, keuren [zilver, goud]2. se contrôlerv -
8 police
n. politie; politieagenten--------v. toezicht houden op; van politie voorzienpolice1[ pəlie:s] 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord steeds meervoud〉1 politie ⇒ politiekorps, politieapparaat♦voorbeelden:————————police2〈 werkwoord〉2 controleren ⇒ toezicht uitoefenen op/over -
9 Aufsicht
Aufsicht〈v.〉2 opzichter(s), opziener(s) ⇒ surveillant♦voorbeelden:unter ärztlicher Aufsicht stehen • onder medische controle staaneine Firma unter Aufsicht stellen • een firma surseance van betaling verlenen -
10 осуществлять надзор
vgener. toezicht houden (op, over-íàä)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > осуществлять надзор
-
11 monitor
n. monitor; scherm; controle apparaat; (in computers) beeldscherm, scherm, monitor; radiokontakt; dienstdoende leerling (op school); iemand die aanmaant, iemand die waarschuwt--------v. opletten, oppassen; nagaan, volgen; afluisteren, luisterenmonitor1[ monnittə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 mentor ⇒ monitor; leraarshulpje3 mee/afluisteraar 〈 bij radio en telefonie〉 ⇒ interceptor, rapporteur————————monitor2〈 werkwoord〉1 controleren ⇒ meekijken/meeluisteren met, afluisteren; toezicht houden op -
12 supervise
-
13 valorize
-
14 enforce the laws
v. toezicht houden op op naleving van de wet ; gehoorzaamheid voor de wet afdwingen -
15 his eyes are open
zijn ogen zijn open (toezicht houden,alles zien) -
16 taking control
het beheer in handen nemen,de macht in handen nemen,toezicht houden -
17 police
police [pollies]〈v.〉1 politie♦voorbeelden:1 car de police • politiebusje, overvalwagenpolice de la circulation, du roulage, de la route • verkeerspolitiepolice secours • alarmdienst, alarmnummer van de politiepolice anti-émeute • oproerpolitiepolice judiciaire • recherche, opsporingsdienstpolice(s) parallèle(s) • geheime politiepolice privée • particuliere veiligheidsdienstêtre de la police, dans la police • bij de politie zijn, werkenexercer, faire la police • de orde bewaren, toezicht houden→ tribunalf1) politie -
18 exercer, faire la police
Dictionnaire français-néerlandais > exercer, faire la police
-
19 beaufsichtigen
-
20 die Aufsicht führen über
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > die Aufsicht führen über
- 1
- 2